M’n
glas is weer vol. Wie doet dat toch steeds?
‘Drink maar, het is cola. Kan geen kwaad.’
Ik kijk naar het goedje in mijn glas, en uit automatisme giet ik het achterover
zoals ik zou doen bij een shotje. Het spul brandt niet in mijn keel, dus ik
neem aan dat je de waarheid sprak.
En als ik mijn glas terug zet op de statafel, valt het me op dat je blik nog
steeds naar mij is gericht. Ik kijk ook naar jou; slachtofferhulp kan gebeld
worden.
Ach, de schade zien we morgen wel.